Vacatures
menu
Wat merken wij van de coronacrisis?

Onze wereld als er weer vervoerd mag worden

1 mei 2020
Redactie
Forseti

Inmiddels werken we al een tijd vanuit huis. Business as usual? We vragen het onze accountmanagers Joanita, Carlo, Niels en Ronald.

In dit artikel delen ze hun visie op doelgroepenvervoer als vervoer weer mogelijk is.

Anticiperen op nieuwe ontwikkelingen

Niels: “Wat er ook gebeurt, we blijven adviseurs. En iedere keer als er nieuwe vraagstukken bij een opdrachtgever ontstaan, dan worden wij ingeschakeld. Dat verandert niet.

Daarnaast beheren wij het contract, om ervoor te zorgen dat het doorontwikkelt. Daar vraagt de huidige situatie ook om, om te blijven aanpassen. Wij zullen moeten gaan nadenken over hoe opdrachtgevers met deze situatie om kunnen gaan. Nu en in de toekomst. Zodat ze kunnen anticiperen. 

In de gesprekken die ik voer met gemeenten merk ik dat zij op dit moment meer capaciteit hebben om werkzaamheden op te pakken. Er zijn nu eenmaal veel werkzaamheden stil komen te liggen daar, waardoor meer ruimte lijkt te ontstaan bij mensen. Aan ons de taak om gemeenten met extra capaciteit te adviseren om deze verstandig in te zetten. Normaal gesproken blijven er namelijk zaken liggen, omdat er geen capaciteit voor is. Het opstarten van ov-projecten bijvoorbeeld. Laten we die uitdagingen dan samen oppakken.”

Nu samen nadenken over mogelijke scenario’s

Ronald: “Het is zeer waarschijnlijk dat we onder maatregelen blijven. Ook op het moment dat één en ander weer opgestart kan worden. Er wordt gesproken over een anderhalve meter samenleving en dat heeft voor vervoer natuurlijk wel wat voeten in aarde. 

Waar je normaal gesproken vijf tot zes leerlingen in een busje naar school brengt, zou dat dan feitelijk niet kunnen, tenzij er een uitzondering gemaakt wordt voor vervoer. Hetzelfde geldt voor Wmo-vervoer waar veel taxi’s ingezet worden. Taxi’s zijn eigenlijk gewoon personenauto’s en ook daar kun je de afstand niet bewaren zonder aanpassingen aan het voertuig. Een scherm tussen de voor en achterkant van het voertuig bijvoorbeeld. Maar hoe ga je dat dan organiseren? En hoe wordt dat gefinancierd? 

Er vallen nu chauffeurs weg, omdat vervoersbedrijven ook moeten ingrijpen. Dat zorgt voor een extra uitdaging. De kans bestaat dat we meer klanten apart moeten vervoeren. Dan zijn er meer voertuigen nodig en dus ook meer chauffeurs. Waar halen we die vandaan?

Er is nog teveel onduidelijk om precies te kunnen zeggen hoe onze wereld er uit komt te zien. Daarom is het belangrijk om nu met elkaar na te denken over alle mogelijke scenario’s en de bijbehorende consequenties. En hoe kunnen we daarmee omgaan? Hoe zien opdrachtgevers dat? Hoe zien vervoerders dat? En hoe brengen wij dat bij mekaar? Die rol ligt er voor ons.”

Er moet straks wel een contract liggen

Joanita: “Een aantal aanbestedingen lopen nu gewoon door, ook nu iedereen thuis zit. Vervoerders vragen om de aanbestedingen te stoppen, omdat ze er nu niet fatsoenlijk op kunnen reageren.

We hebben vooralsnog besloten om deze trajecten door te laten lopen, want niemand weet hoe lang dit gaat duren. Maar er moet straks bij de start van het nieuwe schooljaar wel een contract liggen. Of voor eind augustus als het gaat om Wmo-vervoer. Daar moeten we ons wel op voorbereiden. 

Het zal straks wel consequenties hebben voor de implementaties. Zoals Niels en Ronald al aangaven moeten we rekening houden met alle mogelijke scenario’s.

Carlo: “Dat wordt nog een mooie puzzel inderdaad. Het kan namelijk zomaar zijn dat een vervoerder zich ingeschreven heeft op een aanbesteding met zero-emissie voertuigen. Om vervolgens in mei of juni te horen dat zijn financiering om de voertuigen aan te schaffen afgekeurd wordt door de coronacrisis.

Daar moeten we dan samen met vervoerder en opdrachtgever goed naar kijken. Wellicht kan de vervoerder tijdelijk met andere voertuigen rijden. Dat zijn vraagstukken waar we straks samen voor komen te staan.”

Niet alleen wij veranderen, onze opdrachtgevers ook

Carlo: “We starten dadelijk in een situatie waarin niet alleen het vervoer is veranderd, maar waarschijnlijk ook het onderwijs. En de zorgcentra. Heel praktisch, waar normaal gesproken twaalf mensen bij elkaar kunnen zitten, is dat straks misschien nog maar de helft om anderhalve meter afstand te kunnen houden.

De afgelopen weken hebben wij geleerd dat veel van onze afspraken ook prima op afstand plaats kunnen vinden. Ook onze opdrachtgevers leren van de situatie en passen zich hierop aan. Dagbesteding wordt nu bijvoorbeeld gedwongen op locatie georganiseerd. Zij ervaren nu ook dat het anders kan. En als dat zo blijft na de crisis betekent dat ook dat we het vervoer moeten aanpassen. Aanpassing op aanpassing. Dat gaat nog wel bijzonder worden.”

Dit is het derde en laatste deel uit deze serie ‘Wat merken wij van de coronacrisis’. Lees ook over de impact op onze werkdagen en onze dienstverlening.

Terug naar overzicht
Gerelateerd

Wat merken wij van de coronacrisis? Verbinden en consequenties overzien

Inmiddels werken we ruim vier weken vanuit huis. Business as usual? We vragen het onze accountmanage...

scroll