
… de voor- en nadelen van vrijwilligersvervoer
Steeds meer vervoer wordt georganiseerd door vrijwilligers in ons land. Zij voorzien in een behoefte die aangewakkerd wordt door het verdwijnen van onrendabele buslijnen. Daarnaast sluit het persoonlijke, kleinschalige karakter vaak goed aan bij de behoefte van de groeiende groep ouderen. En met het tekort aan professionele taxichauffeurs worden de blikken meer dan ooit op vrijwilligers gericht.
De positie van vrijwilligersvervoer is vaker onderwerp van discussie. Gemeenten vragen zich af of vrijwilligersvervoer de toegang tot Wmo-vervoer kan beperken. Provincies zien kansen om een gat te vullen aan de onderkant van het ov. De grens tussen vervanging of aanvulling is niet altijd scherp te trekken.
Samen met Mirjam de Bok en Otto Cazemier van Mobycon verken ik in een serie blogs de voors en tegens van vrijwilligersvervoer als alternatief voor verdwijnende ov-lijndiensten. In ons vorige artikel gingen we in op dreigende mobiliteitsarmoede. Nu zetten we de voor- en nadelen van vrijwilligersvervoer op een rij.
De voordelen van vrijwilligersvervoer
Ondanks dat er een groot aanbod is aan vervoersdiensten door vrijwilligers, is er geen breed gedragen consensus over de rol die dit vervoer kan hebben.
Vrijwilligersvervoer heeft een aantal sterke punten:
- De vrijwilligers zijn gemotiveerd en staan vaak dicht bij de doelgroepen die zij rijden. Dat verlaagt de drempel om gebruik te maken van het vervoer en stimuleert de mobiliteit onder de doelgroep.
- Een vrijwilliger kan meer tijd vrijmaken voor dienstverlening en persoonlijk contact dan een professionele chauffeur.
- Niet alleen de reiziger profiteert van het aanbod. De vrijwilligers zijn maatschappelijk actief en hebben een zinvolle tijdsbesteding.
- Vrijwilligersvervoer is vaak goedkoper dan professioneel vervoer doordat de personele kosten veel lager zijn. In het ov is vrijwilligersvervoer zelfs zo’n 60% goedkoper.
Deze lagere kosten gelden echter niet altijd. In situaties waarbij vrijwilligers beschikking hebben over een (rolstoel-)bus die maar weinig wordt ingezet, zijn door de hoge afschrijving de kosten per kilometer soms gelijk aan of hoger dan die van professioneel aanbod.
Kritische vragen
Er zijn ook een aantal kritische vragen te stellen bij het inzetten van vrijwilligersvervoer als alternatief voor professioneel vervoer:
- Kan vrijwilligersvervoer dezelfde kwaliteit waarborgen als professioneel vervoer?
- Is er geen sprake van werkverdringing?
- Wat zijn de grenzen aan de inzet van vrijwilligers?
- Kunnen vrijwilligers wel voldoen aan specifieke veiligheidsregels, zoals voor het vastzetten van rolstoelen?
- En hoe is de continuïteit van dit vervoer geborgd?
Daarnaast geldt dat het aanbod van vrijwilligersvervoer vaak versnipperd is en alleen bekend bij een specifieke doelgroep, waardoor het niet door iedereen gebruikt kan worden.
Aandacht voor kwetsbare doelgroepen
Door deze specifieke kenmerken en vraagpunten kan het vrijwilligersvervoer niet altijd een volwaardig alternatief vormen voor professioneel vervoer. Maar dit hoeft niet altijd een probleem te zijn, zolang het ook niet wordt ingezet als substituut. En het is zeker geen reden om vrijwilligersvervoer niet te stimuleren.
In het Wmo-vervoer is vrijwilligersvervoer interessant als aanvulling op de mobiliteitsmogelijkheden. Iedere gemeente heeft tenslotte een professioneel Wmo-vervoersysteem dat het vangnet vormt voor inwoners met een beperking.
Als vervanging voor verdwijnende ov-buslijnen bedient het vrijwilligersvervoer andere doelgroepen. Groepen die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer, maar niet in aanmerking komen voor het professionele Wmo-vervoer. Bijvoorbeeld:
- Laaggeletterden;
- Inwoners met een laag inkomen;
- Inwoners die niet kunnen fietsen en geen fiets bezitten;
- Ouderen
Per doelgroep zou je goed moeten kijken welke eisen dit stelt aan het vrijwilligersaanbod. Als hier niet voldoende aandacht aan wordt gegeven dreigen juist die kwetsbare groepen buiten de boot te vallen.
De motiliteit benadering
Om ervoor te zorgen dat vraag en aanbod naar vervoer goed met elkaar matchen is het goed om naar de ‘motiliteit’ benadering van Vincent Kaufmann te kijken.
Motiliteit is het vermogen om mobiel te zijn. Drie variabelen zijn hiervoor bepalend:
- Toegang tot vervoer/ beschikbaarheid;
- Vaardigheden om met de vervoersmogelijkheden om kunnen gaan;
- Toe-eigening: voorkeuren, waarden, normen over het vervoersaanbod.
Bij de inzet van vrijwilligers moet niet alleen het vervoersaanbod goed zijn afgestemd op de mobiliteitsvraag. Ook moeten de competenties van de potentiële gebruikers zodanig zijn dat zij het aanbod ook daadwerkelijk kunnen gebruiken. De toe-eigening van het vervoersaanbod is voor een vrijwilligersvervoersysteem een kans.
De positieve motivatie van de vrijwilligers en het feit dat ze minder tijdsdruk hebben, maken dat zij passagiers op een andere manier benaderen en aandacht geven. Hierdoor neemt de kans op het toe-eigenen van het vervoersaanbod toe.
Vindt u dat er nog een belangrijk onderdeel onbenoemd is in dit stuk, of heeft u zelf een uitdaging met betrekking tot dit thema, neem gerust contact op!
Terug naar overzicht