Vacatures
menu

Doelgroepenvervoer mist innovatie - de overheid aan zet

7 januari 2020
Redactie
Forseti

Het doelgroepenvervoer in Nederland kan wel wat innovatie gebruiken. Sterker nog; we kunnen zelfs spreken van innovatie-armoede in deze branche. Paul Pietersen en Harald Faber gingen hierover in gesprek.

Hun conclusie: De overheid is aan zet om innovatie in het doelgroepenvervoer voor elkaar te krijgen.

Paul en Harald zijn beiden al jaren werkzaam in de wereld van het doelgroepenvervoer. De een als interim manager en ondernemer, de ander als directeur van onder andere Forseti. In deze functies houden beide heren zich al jaren bezig met innovaties in het doelgroepenvervoer. Zodoende hebben ze al diverse malen bij elkaar aan tafel gezeten. Aan die tafels bleek telkens dat beide heren zich kwaad maakten over datzelfde thema: het tekort aan innovatie in het doelgroepenvervoer. De hoogste tijd dus om samen eens in dit onderwerp te duiken.

Bijna iedereen heeft de app 9292OV wel eens gebruikt, maar een dergelijke app is er in het doelgroepenvervoer nog helemaal niet. In dat opzicht loopt het openbaar vervoer mijlenver voor op doelgroepenvervoer. In de vorige blog heb je kunnen lezen waar dat aan ligt. Maar hoe zit het bij de vervoerders?

“Vervoerders tonen geen innovatiedrang, maar er wordt ook niet om gevraagd door gemeenten of andere opdrachtgevers,” vertelt Harald. “Aangezien vervoerders te maken hebben met een markt vol concurrentie en lage prijzen, verkeren zij niet in de positie om heel veel tijd en geld te investeren in innovatie. Innovatie waarvan ze niet eens zeker weten of het ook daadwerkelijk iets gaat opleveren.”

“Zo vragen opdrachtgevers bijvoorbeeld aan een taxibedrijf om zich in te schrijven voor een aanbesteding. Zo’n vervoerder doet dat, maar het ontbreekt hem aan competenties en middelen om met een tot in de puntjes doordacht plan te komen. Waarom zou hij een plan volstoppen met innovatieve ideeën als die hem niets opleveren, behalve wat punten op het moment van aanbesteding. Dan kan een vervoerder zich bij zo’n inschrijving veel beter focussen op scherpe prijzen dan op innovatieve ideeën. Kost hem ook nog eens minder tijd.”

“Misschien werkt het wel goed om de vervoerder een vergoeding te geven voor dit ‘voorwerk’,” zegt Paul. “Dan heeft een vervoerder de mogelijkheid expertise in te huren en met een doortimmerd plan te komen.”

De dikke lijnen

Allerlei branches werken inmiddels met platformen waar doelgroepen en diensten samengebracht worden. “Dat is hier ook nodig,” zegt Paul. “Zo geloof ik echt dat er nog veel mooie kansen liggen in een samenwerking tussen OV en doelgroepenvervoer.”

Het OV gaat steeds meer ‘over de dikke lijnen rijden’. Bussen rijden bijvoorbeeld niet langer door alle wijken en dorpen, maar over de hoofdwegen. Reizigers moeten zich dus verder verplaatsen om gebruik te maken van het OV. Dit heeft tot gevolg dat er steeds meer diensten komen die op doelgroepenvervoer lijken. Denk aan een regiotaxi die mensen op verzoek van deur tot deur brengt.

“Tot nu toe komt die integratie van doelgroepenvervoer met het OV niet goed op gang,” zegt Paul. “Dit komt omdat aanbestedende diensten niet samenwerken. Het gevolg is dat er inefficiënties blijven. Maar ook, dat we nog steeds niet toewerken naar een inclusieve maatschappij. Doelgroepenvervoer wordt vaak nog gezien als ‘het bejaarden- of gehandicaptenbusje’, dat laat al zien dat inclusiviteit ver te zoeken is.”

Harald: “Het doelgroepenvervoer is flexibel en toegankelijk opgezet. In die hoek is al heel veel ervaring opgedaan met vraagafhankelijk vervoer. Die ervaring biedt enorme kansen voor de OV-wereld. Misschien moet de achterliggende gedachte van deze flexsystemen juist wel de basis zijn van het OV. Dat kan dan aangevuld worden met of deels vervangen door een verbindend netwerk, zoals we dat nu kennen.”

Inbesteden of aanbesteden

Maar niet alleen in samenwerking met het OV liggen kansen. Ook bijvoorbeeld in het delen van voertuigen. Voertuigen van het doelgroepenvervoer staan veel stil op tijden dat anderen deze kunnen gebruiken. Door het materiaal los te koppelen van de personele component kunnen mogelijk voordelen worden behaald. Voertuigen kunnen gedeeld worden met andere gebruikers.

Vervoersstromen moeten beter op elkaar afgestemd en geïntegreerd worden. Gemeenten en provincies zoeken op verschillende manieren naar een oplossing. In Groningen-Drenthe wordt vervoer gestuurd vanuit Publiek Vervoer en de regio Gooi en Vechtstreek onderzoekt of zij de chauffeurs op de loonlijst van de gemeente kan zetten en de voertuigen zelf aan kan schaffen. “Aanbesteden of inbesteden, geen van beide is fout,” zegt Paul. “Maar er ligt voor de overheid wel een taak om aan het stuur te blijven zitten met deze kwetsbare groep mensen en het niet geheel aan de markt over te laten.”

“Inbesteden kan voor overheden een interessante optie zijn,” zegt Harald. “Zeker vanuit het oogpunt van grip op eigen belangen. Er zijn inmiddels zoveel publieke belangen gemoeid met mobiliteit dat de regie daarop dichtbij gehouden moet worden. Onze collectieve vervoerssystemen dragen bij aan doelen als participatie, leefbaarheid, bereikbaarheid, inclusiviteit, werkgelegenheid etc. Allemaal doelen waarin overheden flinke opgaven hebben. Regie op de middelen en partijen die deze doelen moeten bereiken is voor hen van cruciaal belang.”

Wie is aan zet?

Al met al zijn er talloze mogelijkheden en kansen om innovatie in het doelgroepenvervoer te stimuleren. Maar bij wie ligt de bal nu? Wie is er aan zet? De heren zijn eensgezind: de overheid is aan zet.

Harald: “Ik geloof meer en meer in een stevige publieke regie in het vervoersdomein. Dat hoeft niet zo ver te gaan als bij Gooi en Vechtstreek, maar de overheid moet haar rol pakken en meer als bedrijf gaan denken. Integratie van OV en doelgroepenvervoer is vooral een publieke business case. Alleen dan komt innovatie van de grond. Wanneer opdrachtgevers er op inzetten, gaan vervoerders uiteindelijk ook mee.” Daarnaast zijn beide heren het eens dat doelgroepenvervoer meer moet openstaan voor vernieuwing. Paul besluit: “Het zou zo mooi zijn als iemand die iets anders doet met enthousiasme ontvangen wordt in plaats van met scepsis en negativiteit.”

Terug naar overzicht
Gerelateerd

Doelgroepenvervoer mist innovatie – de oorzaken

Het doelgroepenvervoer in Nederland kan wel wat innovatie gebruiken. Sterker nog; we kunnen zelfs sp...

scroll