Vacatures
menu
Actueel

Wat moet ik met de nieuwe VNG modelverordening?

1 juli 2021
Wytze Schouten
senior adviseur doelgroepenvervoer

Eind 2020 bracht de VNG een nieuwe modelverordening voor het leerlingenvervoer. Voor veel gemeenten roept dat de vraag op: moeten we die overnemen? Of knippen en plakken? Goede kans dat allebei niet hoeft, stelt Wytze Schouten. Voor meer kwaliteit en minder uitgaven heb je vermoedelijk meer aan slimme beleidsregels en goede afspraken over de uitvoering.

Als de VNG komt met een nieuwe modelverordening, is dat niet voor niets. Gemeenten zijn snel geneigd om dit te zien als een moment om de eigen regels weer up-to-date te krijgen. Maar  voordat je begint om een college- en raadsvoorstel voor te bereiden, kan het de moeite waard zijn om een stapje terug te nemen en je af te vragen: waarom is er eigenlijk een modelverordening? Heeft mijn gemeente die nodig? En wat zijn de alternatieven?

Waarom is er een modelverordening?

De VNG maakt de modelverordening (MoVo) als service voor leden die geen mogelijkheid of belang hebben om regels op maat van hun eigen gemeente te maken. Het ongeschreven doel van de MoVo is om in één document alles te regelen wat de wet en de jurisprudentie vereisen. Die gaan namelijk voor alle gemeenten gelijk op. De MoVo is ook nog zo opgeschreven dat de consulent er een aanvraag stap voor stap mee kan beoordelen. Ook dat is voor elke gemeente nuttig.

De VNG heeft daarbij één inhoudelijke keuze moeten maken, namelijk om gebruik te maken van een aantal wettelijke opties om de kosten te beperken: een eigen bijdrage, een afstandsgrens, openbaar vervoer als standaard. Logisch, want anders mogen heel veel ouders taxivervoer aanvragen en dat kost de doorsnee gemeente voor een doorsnee gezin zo’n 3.500 euro per leerling per jaar. 

Is een nieuwe modelverordening nu noodzakelijk?

Als de VNG een nieuwe modelverordening maakt, moet je hem dan ook overnemen? Of concreter: is het noodzakelijk om de MoVo 2021 zo snel mogelijk over te nemen?

Ons korte antwoord is: nee, vermoedelijk niet. 

De MoVo 2021 is geschikt voor een gemeente die geen tekorten heeft op het sociaal domein en die toekenning van leerlingenvervoer als een puur administratief proces ziet. Als dat ook jouw gemeente beschrijft, dan heeft de MoVo 2021 zeker een paar bruikbare onderdelen (uitwerking van opstapplaatsen, gesprek over zelfredzaamheid).  En er zijn specifieke juridische redenen om je verordening binnenkort te vernieuwen, zoals het feit dat je voor de autokostenvergoeding (de bekende ‘19 cent per kilometer’) niet meer kunt verwijzen naar de Reisregeling binnenland, want die is vervallen.

Maar voor hoeveel gemeenten is dat in 2021 nog de belangrijkste zorg rondom leerlingenvervoer? Bijna alle gemeentes waar wij contact mee hebben zoeken naar besparingen en hopen daar uit te komen door meer eigen kracht van de leerling en de ouders te vragen. Ook en juist op het dossier leerlingenvervoer. Dat is heel goed mogelijk, maar de veranderingen die je daarvoor in gang moet zetten liggen op een ander niveau dan de verordening: de uitdaging is om meer werk te maken van je beleidsregels en van de kwaliteit van je uitvoering.

Beleidsregels waarover?

Beleidsregels zijn bedoeld om de consulent duidelijkheid te bieden in wat de gemeente en de vervoerder wel en niet moeten doen in allerlei concrete situaties. Vooral als het gaat over de beoordeling van een aanvraag. Zonder scherpe beleidsregels kan de consulent vaak niet veel anders dan 100% taxivervoer toekennen aan elke leerling die een vorm van speciaal onderwijs volgt. En dat is echt niet altijd nodig.

De materie waarover je beleidsregels wilt hebben varieert van simpele vraagstukken als “Hoe meten we de afstand van de woning naar de school” tot complexe items als “In welke situaties vinden we bij twee-ouder-gezinnen dat zij zelf een oplossing moeten vinden als de leerling alleen onder begeleiding naar school kan reizen?” of “In welke situaties willen wij een onafhankelijke toetsing van de bewering ‘deze leerling kan niet met ov reizen’?”

Zoveel leerlingen, zoveel situaties: er zijn heel veel zaken waarvoor een beleidsregel kan helpen om aanvragen beter te beoordelen. Taalklas, hoogbegaafd, dichtstbijzijnd, afwijkende lestijden… En ergens moet je ook weer een streep trekken, want je kunt niet voor elke uitzonderlijke situatie een beleidsregel maken. Daarom hebben we in het Draaiboek leerlingenvervoer een apart hoofdstuk met een lijstje vragen opgenomen, die je kunt gebruiken om voor een aantal vaker voorkomende situaties je eigen beleidsregels op te stellen.

Twee partners, drie gesprekken

Wij denken dat je er goed aan doet om eerst te bepalen waar je als gemeente heen wilt, met een kort intern proces, bestaande uit drie gesprekken met je twee belangrijkste partners: de consulent(en) leerlingenvervoer en de planner van het vervoerbedrijf. Wij denken dat veel gemeenten dan zullen uitkomen op een pakket aanpassingen waarvoor de MoVo 2021 als inspiratiebron kan dienen, maar dat primair bestaat uit een investering in gedetailleerde beleidsregels en een kritische toetsing van aanvragen.

Hoe die beleidsregels en die toetsing eruit zien… Daar vertellen we je in het volgende artikel graag meer over. 

En kun je niet wachten? Aarzel dan niet om even te mailen of te bellen, dan lichten we je graag alvast wat meer toe.

Terug naar overzicht
Gerelateerd

1 verordening voor al het doelgroepenvervoer

Een integrale verordening waar alle vormen van doelgroepenvervoer onder vallen. Dat is wat Wytze Sch...

Gerelateerd

Over aansturingsmodellen: Het all-in contract

Binnen het doelgroepenvervoer zijn er verschillende manieren waarop je taken en rollen kunt verdelen...

scroll