Vacatures
menu
Actueel
13. 01. 2021

Over aansturingsmodellen: het regiemodel

Binnen het doelgroepenvervoer zijn er verschillende manieren waarop je taken en rollen kunt verdelen. Eerder schreven we een artikel over de vier verschillende aansturingsmodellen. In dit artikel gaan we dieper in op het regiemodel.

In een regiemodel werken opdrachtgevende gemeenten, de contractmanagement organisatie, de regiecentrale en de vervoerders samen. De regiecentrale (ook wel vervoerscentrale) is het centrale punt. Daar wordt reisadvies gegeven en taxiritten aangenomen en gepland. De regiecentrale heeft contact met de boordcomputers van de taxi’s, en stuurt daar direct de ritopdrachten naar toe in. Het is dus niet de vervoerder (het taxibedrijf) zelf die de ritten plant, maar een externe partij.

Kansen en uitdagingen

Uiteraard heeft werken volgens dit regiemodel gevolgen voor de betrokken partijen. Ieders rol verandert, en dat brengt mooie kansen én uitdagingen met zich mee.

Zo trekt een opdrachtgever de ontwikkelrol en bijhorende risico’s naar zich toe. Daarmee is er meer ruimte voor nieuwe ontwikkelingen gedurende lopende contracten. De opdrachtgever kan zo gefaseerd vervoersvormen bundelen en actief aan de slag gaan het aanbod voor de reiziger te verbeteren. Een onafhankelijke regiecentrale kan ook sturen op het gebruik van alternatieven voor het dure taxivervoer.

Het regiemodel verandert ook de rol van de vervoerder: die doet geen planning meer, maar is eigenlijk leverancier van een voertuig met chauffeur. Bij Nederlandse regiecentrales wordt de vervoerder vergoed op basis van beschikbaarheid. Dus als de regiecentrale een auto van 7.00 tot 17.00 uur reserveert, krijgt de vervoerder betaald voor die uren. Ook als er ritten vervallen. De vervoerder loopt zo minder risico en hij heeft zelf minder regelwerk.

Beweegredenen

Toch merken we in de praktijk dat vervoerders niet altijd staan te springen om volgens het regiemodel te werken. Voor hun gevoel geven ze een belangrijk onderdeel van hun werk uit handen, waardoor ze niet meer zelf kunnen bepalen wat hun eigen voertuigen doen. Even tussendoor een ritje aannemen is er niet meer bij. Althans niet voor de voertuigen die ingepland worden door de regiecentrale.

Dat tegengeluid vindt zijn oorsprong in de verschillende beweegredenen. Wanneer vervoerders zelf plannen, kijken ze vaak hoe ze dat op de meest efficiënte manier kunnen doen. Hun verdienmodel bestaat eruit dat vervoer zo efficiënt mogelijk uit te voeren. Hoe efficiënter de taxi’s rijden hoe minder geld het kost en hoe meer de vervoerder dus overhoudt van het beschikbare budget.

Binnen een regiemodel worden partijen gedwongen te kiezen: wil ik als regiecentrale vervoer regisseren, of wil ik gewoon goed vervoer op straat verzorgen door goede voertuigen en chauffeurs te leveren?

Beren

In diverse regio’s is met hulp van Forseti het regiemodel ingevoerd. Bijvoorbeeld in de regio Achterhoek en de regio Tilburg, waar nu actief wordt gebouwd aan een steeds beter vervoersysteem. We merken dat sommige regio’s na verloop van tijd toch weer afzien van het model vanwege verschillende tegenslagen en beren op de weg. Bijvoorbeeld kostenstijgingen, terwijl ze wellicht een kostendaling hadden verwacht. Maar ook politieke en ambtelijke wisselingen kunnen er voor zorgen dat een visie en ambitie uit beeld raakt.

Naar mijn idee is dat erg zonde. Ik denk dat een regiecentrale voor veel regio’s interessant kan zijn, maar dat vereist wel een langetermijnvisie. En de wil om te bouwen aan een nieuw vervoersysteem inclusief bijbehorende tegenslagen.

Terug naar overzicht
scroll