Samenredzaamheid: een oplossing voor het ravijnjaar 2026?

Redactie Forseti

Samenredzaamheid: een oplossing voor het ravijnjaar 2026?

VOOR INCLUSIE EN

ZELFREDZAAMHEID

Redactie Forseti

Het ravijnjaar 2026 nadert en bij veel gemeenten groeit de druk om te bezuinigen zonder essentiële voorzieningen te schrappen. Dit dwingt beleidsmakers om creatief te kijken naar oplossingen die zowel betaalbaar als duurzaam zijn.

Samenredzaamheid wordt vaak genoemd als oplossing binnen het doelgroepenvervoer: als ouders en leerlingen meer verantwoordelijkheid nemen, kan de druk op taxivervoer afnemen. Maar biedt dit op korte termijn écht financieel voordeel? Wat betekent samenredzaamheid in het leerlingenvervoer?

Samenredzaamheid draait om gedeelde verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. In plaats van volledig te vertrouwen op taxivervoer, wordt gekeken naar wat ouders en leerlingen zelf kunnen bijdragen. Denk aan:

  • Zelf kinderen naar school brengen – bijvoorbeeld een of twee dagen per week.
  • Gebruikmaken van opstapplaatsen – waardoor taxibusjes efficiënter kunnen rijden.
  • Carpoolen – ouders die onderling ritten afstemmen om het vervoer te verdelen.
  • Stap voor stap wennen aan het openbaar vervoer – voor leerlingen die dit aankunnen.

Gemeenten als Doesburg en Diemen laten zien dat als je daadwerkelijk gaat kijken naar wat ouders zelf kunnen, er heel veel gezinnen zijn waar niet vijf dagen per week taxivervoer nodig is. En dat het gesprek hierover ook meer bewustwording bij ouders creëert. Toch is het te kort door de bocht om samenredzaamheid te zien als directe besparingsmaatregel.

Waarom samenredzaamheid geen snelle besparing oplevert

Hoewel de voordelen duidelijk zijn, is samenredzaamheid geen wondermiddel dat in korte tijd grote kostenbesparingen oplevert. Daar zijn meerdere redenen voor:

  1. De taxi blijft rijden. Als één kind een dag per week door de ouders wordt gebracht, is er een stoel leeg in het busje, maar meestal blijft het busje wel rijden, met bijna dezelfde kosten.
  2. De kracht zit in combinaties. Echte besparing ontstaat pas als veel ouders op dezelfde weekdagen zelf brengen én gaan carpoolen. Dan zijn er op die dagen minder taxichauffeurs nodig.
  3. Gedragsverandering kost tijd. Ouders en leerlingen moeten wennen aan een nieuwe manier van denken en reizen. Je laat bijvoorbeeld niet jouw kind met een onbekende ouder mee naar school rijden. Dit vraagt tijd, begeleiding en vertrouwen. Besparingen ontstaan dus ook pas geleidelijk, niet binnen één begrotingsjaar.
  4. Gesprekken voer je niet in één keer. Gemeenten moeten hun beleid herzien, gesprekken met ouders en kinderen inbouwen tijdens het schooljaar en helder communiceren. Dit vergt investeringen voordat resultaten zichtbaar worden.
  5. Niet elke situatie leent zich voor samenredzaamheid. Sommige gezinnen kampen met complexe uitdagingen, zoals medische problemen of onregelmatige werktijden. Inzet van ouders op een rit naar een school ver weg is dan vaak echt te veel gevraagd.

Wat kunnen gemeenten wél doen?

Hoewel samenredzaamheid geen directe oplossing biedt voor het ravijnjaar, kunnen gemeenten nu al stappen zetten om op langere termijn de vruchten te plukken:

  • Bewustwording creëren – Start gesprekken met ouders, scholen en ibers over de mogelijkheden en voordelen van samenredzaamheid.
  • De spelregels voorbereiden – Na de eerst participatie is het zaak om te bepalen hoe het aanvraagproces en de toekenningscriteria eruit moeten zien.
  • Pilotprojecten opzetten – Initiatieven zoals in Doesburg laten zien dat kleine, goed begeleide stappen gedragsverandering stimuleren.
  • Realistische verwachtingen managen – Besef dat samenredzaamheid tijd vraagt en geen wondermiddel is voor acute financiële tekorten.

Investeren in de toekomst

Samenredzaamheid is waardevol, maar niet de oplossing om het ravijnjaar 2026 voor te zijn. Het is een investering in duurzamer doelgroepenvervoer, met effecten die pas op de lange termijn zichtbaar worden. Gemeenten die nu starten met bewustwording en samenwerking, bouwen aan een toekomst waarin efficiëntie en toegankelijkheid hand in hand gaan.

Het laaghangend fruit pakken

In veel gemeenten is leerlingenvervoer jarenlang weinig aandacht besteed aan de kosten en aan de vraag hoe deze beïnvloed kunnen worden. Daardoor is er vaak nog van alles mogelijk om binnen bestaande kaders, of met kleine bijstelling van spelregels, de uitgaven aan het vervoer te beheersen.

Er zijn ook maatregelen die sneller resultaat kunnen opleveren. Denk aan praktische ingrepen die binnen bestaande contracten en spelregels passen, en die al op korte termijn merkbaar effect kunnen hebben. Zoals:

  • Actiever contractbeheer en scherpe factuurcontrole – Voorkom onnodige kosten door beter toezicht op ritregistraties en declaraties.
  • Last-mile-oplossingen – Denk aan een busje van station naar school in plaats van volledig deur-tot-deurvervoer.
  • Enkele minuten extra toezicht op het schoolplein – Hierdoor kunnen meerdere leerlingen tegelijk worden opgehaald, wat efficiënter is voor vervoerders.
  • Touringcars inzetten op drukbezochte scholen – Groepsvervoer op populaire locaties verlaagt het aantal benodigde ritten.
  • Reistijd met het ov slimmer beoordelen – Niet blind afgaan op 9292, maar zelf checken of een route écht onhaalbaar is.
  • Eigen bijdrage bij vervoer naar SBO-scholen – Waar passend kan een bijdrage van ouders helpen om de kosten beheersbaar te houden.
  • Werktijden opvragen bij beide werkende ouders – Zo wordt duidelijk of ouders structureel niet kunnen rijden, of dat er wel ruimte is.
  • Strenger toetsen op “kan vanwege beperking niet met ov” – Zorgvuldiger afwegen of alternatieven wél haalbaar zijn.

Meer weten over hoe samenredzaamheid in jouw gemeente vorm kan krijgen? Neem contact op met Forseti en ontdek wat er vandaag al mogelijk is.

Wil je meer weten?

Wij informeren je graag.  

Bekijk ook

Hoe Denemarken de regie neemt over publieke mobiliteit

Van 17 tot en met 19 september 2025 reisde een Nederlandse delegatie van Mobycon en Forseti samen met vertegenwoordigers van ministerie, ov-autoriteiten, gemeenten en uitvoeringsorganisaties naar Aalborg, Denemarken. Het doel: inspiratie opdoen en ontdekken hoe de Denen ‘offentlig mobilitet’ (publieke mobiliteit) organiseren.

Touringcars inzetten voor leerlingenvervoer: van noodoplossing naar vast onderdeel

Het tekort aan chauffeurs in het leerlingenvervoer is al jaren een groeiend probleem. Het raakt niet alleen vervoerders, maar vooral de leerlingen en hun ouders. Kinderen zitten te lang in een taxi of komen te laat op school – situaties die niemand wenselijk vindt.

Outsourcen van leerlingenvervoer: een praktijkvoorbeeld uit Haarlem

Voor veel gemeenten is leerlingenvervoer intensief: veel aanvragen, strikte wet- en regelgeving en hoge verwachtingen van inwoners. Haarlem kiest al ruim zeven jaar voor outsourcing van de uitvoering.

Te laat starten met aanbesteden? Dit zijn de 5 grootste risico’s

Aanbesteden is geen klus die je ‘er even bij doet’. Toch zien we in de praktijk dat veel gemeenten pas laat in actie komen. Vaak omdat de huidige contractpartij stopt, of omdat het contract simpelweg afloopt. Logisch, maar ook risicovol. Want hoe later je begint, hoe groter de kans op fouten, haastwerk en ongewenste gevolgen. 

Hoe Denemarken de regie neemt over publieke mobiliteit

Van 17 tot en met 19 september 2025 reisde een Nederlandse delegatie van Mobycon en Forseti samen met vertegenwoordigers van ministerie, ov-autoriteiten, gemeenten en uitvoeringsorganisaties naar Aalborg, Denemarken. Het doel: inspiratie opdoen en ontdekken hoe de Denen ‘offentlig mobilitet’ (publieke mobiliteit) organiseren.

Touringcars inzetten voor leerlingenvervoer: van noodoplossing naar vast onderdeel

Het tekort aan chauffeurs in het leerlingenvervoer is al jaren een groeiend probleem. Het raakt niet alleen vervoerders, maar vooral de leerlingen en hun ouders. Kinderen zitten te lang in een taxi of komen te laat op school – situaties die niemand wenselijk vindt.