Over aansturingsmodellen: Het all-in contract

Binnen het doelgroepenvervoer zijn er verschillende manieren waarop je taken en rollen kunt verdelen. Eerder schreven we een artikel over de vier verschillende aansturingsmodellen. In dit artikel gaan we dieper in op het zogenaamde all-in contract.

Met het all-in contract leg je alle taken bij 1 partij. De verantwoordelijkheid voor het correct uitvoeren van de opdracht ligt volledig bij de hoofdaannemer, die in de praktijk vaak wel samenwerkt met onderaannemers.

Verantwoordelijkheid ligt bij de hoofdaannemer

Het all-in contract is simpel. Je maakt afspraken met één partij, die vervolgens verantwoordelijk is voor de complete uitvoering van het vervoer. Dit betreft dus het contact met de klant, aannemen van boekingen, plannen van het vervoer en de uitvoering op straat.  

Natuurlijk kan de hoofdaannemer ervoor kiezen om delen van de werkzaamheden uit te besteden aan onderaannemers, maar de hoofdaannemer blijft verantwoordelijk voor het navolgen van de gemaakte afspraken.

Het voordeel van een all-in contract

De kracht van een all-in contract zit in de eenvoud: je hebt met één partij te maken die jou ontzorgt. Alle afspraken zijn vastgelegd in een contract met één partij en het is hun taak om ervoor te zorgen dat alles uitgevoerd wordt. Als dingen fout gaan is het duidelijk waar de verantwoordelijkheid ligt.

Vaak leggen we in een all-in contract veel zaken op detail vast in het bestek. Denk aan alle productkenmerken, (technische) eisen en te verwachten vervoer volumes. Dat is ook nodig omdat aanbieders moeten weten welke uitgangspunten gelden om hun prijsstelling te bepalen. In dit model is in de prijsstelling de (in)efficiëntie van het vervoer het risico of profijt van de inschrijver. Cruciaal is dan dat de uitgangspunten helder en vast zijn gedurende de contractperiode. Dit zorgt voor scherpe aanbestedingen. 

Vergelijk het met het bouwen van een huis: als je een zeer gedetailleerd bouwplan hebt kunnen aannemers een scherpe prijs berekenen en kun je ze onderling goed vergelijken als ze zijn uitgegaan van hetzelfde eisenpakket. 

Het nadeel van een all-in contract

Een nadeel van deze manier van werken is dat je minder flexibiliteit en ontwikkelruimte naar de toekomst hebt. 

Terug naar de vergelijking met het bouwen van een huis. Als je gedurende de bouw allerlei zaken wilt wijzigen krijg je veel discussie met de aannemer en brengt dat forse extra kosten met zich mee. Je hebt immers dan geen onderhandelingspositie meer en bent verbonden aan die ene aannemer. Het is dan verstandiger om zelf als bouwmeester op te treden. 

In het doelgroepenvervoer kan het gaan om mogelijke beleidswijzigingen, aanpassingen van spelregels, demografische ontwikkelingen of invoering van nieuwe vervoersystemen die van tevoren niet in detail uit te tekenen zijn, maar wel impact hebben op het contract.

Een ander nadeel kan zijn dat je bent veroordeeld tot één partner. Dat is fijn als deze echt ontzorgt en kwaliteit levert. Maar op moment dat dit niet zo is heeft dit juist een grote impact en vraagt dan veel controle en aansturing van de opdrachtgever. Bovendien brengt dit dan forse risico’s met zich mee als het gaat om de  kwaliteit en continuïteit voor de reiziger. 

Voor wie past het all-in contract?

In de praktijk zien we dat het all-in contract veel toegepast wordt in doelgroepenvervoer. Het past met name goed bij gemeenten die ontzorgd willen worden, een scherp contract willen aanbesteden en goed in staat zijn om vooral alle specificaties en vereisten in een bestek uit te schrijven en zeker weten dat ze geen wijzigingen willen doorvoeren gedurende de contractperiode.

Benieuwd of het all-in contract iets voor jouw gemeente is? Neem dan contact op.